Het is al weken geleden dat ik een letter of wat in mijn blog parkeerde. En niet omdat er niets gebeurde maar juist omdat er teveel gebeurde en ik geen idee had hoe dat te verwoorden en eigenlijk weet ik dat nog steeds niet. Want voor de zoveelste keer maakte ik een salto omdat ‘het leven’ me weer liet struikelen. Ik wist niet beter dan opkrabbelen en opstaan maar op dit moment rol ik liever uit de koprol om daarna te blijven liggen.
Hoe zat het ook al weer: ik huppelde nog net niet het revalidatiecentrum uit zo voor de zomervakantie toen het eerste deel erop zat. Wat een intensief traject maar wat leerde ik er veel. Na de zomerstop mocht ik nog een vervolgprogramma volgen en strompelde ik er weer net zo binnen zoals ik maanden geleden deed en stond in alle rapportages dat ik er zo moe uit zag. Lekker dan dat de buitenwereld naar een strompelend lijf met afgetobd gezicht kijkt en ik dus niet meer kan zeggen dat het oké gaat want duidelijk te zien dat dat niet zo is. Waar zit dan de winst hè want na maanden ploeteren straalt dat er nou niet echt vanaf. In ieder geval in de handvatten die me leerde om te gaan met het ontzettende cliché “het is zoals het is” en om er anders naar en tegenaan te laten kijken. Positief gezien zit ik nog altijd niet in die rolstoel en ben ook niet van plan daarin terecht te komen.
Naast het revalideren was nog een traject opgestart want dat lijf dat er de brui aan heeft gegeven, heeft natuurlijk een oorzaak en ook daar ‘moet’ ik iets mee. Daar waar ik jaren op de putdeksel heb staan springen, werd deze er keihard afgerukt en knikkerde ik meters en meters naar beneden die put in. Als er zes keer in een gesprek wordt benoemd dat er nog geen sprake is van paniekvoetbal, we gewoon rustig blijven maar er toch al allerlei acties worden uitgezet, klinkt dat toch bijna als paniekvoetbal. Ik ben net een ui; laagje voor laagje is er de afgelopen maanden van me afgepeld, daar krijg je behoorlijk wat traanogen van en ik ben nu zo’n beetje aangekomen bij laagjes waarbij het het makkelijkst was geweest als er gewoon een uienschil omheen was gebleven. Maar zo werkt het niet meer … ik MOET hier doorheen.
een normale reactie op een niet-normale situatie
En die reactie is voor mij in ieder geval ‘vet heftig’ want ik herken mezelf soms niet meer. Mijn coping-strategieën die me altijd overeind hebben gehouden, werken voor geen meter. Uren kan ik voor me uit staren, totaal lam gelegd. Mijn hoofdkantoor zit overvol en er kan niets meer bij dus vergeet ik alles als ik het niet opschrijf en ben ik in gesprekken soms gewoon ‘afwezig’. Raar is dat, er wordt tegen me gepraat en ik hoor het maar geen idee wat er gezegd wordt. Ik zit op bepaalde momenten in mijn eigen bubbel. Dat ik af en toe niet meer weet wat ik 5 minuten daarvoor gedaan heb. Tanden gepoetst? Geen idee, maar een natte tandenborstel dus waarschijnlijk wel. Zoiets dus. We rijden allemaal wel eens op de ‘automatische piloot’ een ritje, vaak op hele bekende stukken, waarbij je zo in gedachten bent dat je al voorbij een stuk bos of brug bent zonder dat je het in de gaten hebt en pas een stuk verderop beseft dat je het zonder erg gepasseerd hebt. Maar ik rij een autorit in de veronderstelling dat ik zo een stad ga passeren en blijk dan al lang bij de volgende stad te zijn. Gewoon kilometertje of 30 gemist, dan wordt het wat ernstiger. Dissociëren heet dat afwezig zijn met een chique woord en is blijkbaar een hele logische reactie nu maar ik vind het een dingetje …
Het voelt alsof ik opeens bij de club van lunatics ben gaan horen, de koekoekclub, de gekkies en ik kan niet in woorden beschrijven hoe het voelt. Dat vind ik nog het meest lastige want hoe leg ik nou uit hoe het is in mijn bubbel, wat er gebeurt als ik als lamme tak voor me uit staar en geen besef van tijd heb en ik gewoon tot niets kom, dat ik in gesprekken ‘offline’ ga hoe hard ik soms ook mijn best doe om te focussen. We onderzoeken nog of het somberheid tot aan depressie is of dat het verdriet in combinatie met rouw is of dat het een mix van dit alles is. Rauw is het in ieder geval wel 🙂 Eén van de belangrijkste dingen waar ik me nu aan vast hou en keer op keer door mijn behandelaar wordt benadrukt, is dat dit komt door iets wat mij (jarenlang) is aangedaan. Fijn om te horen want dit is dus niet omdat ik van mezelf niet spoor of het in mijn genen zit. Ik reageer normaal op iets wat allesbehalve normaal is geweest, heel abnormaal zelfs. Dat het er nu in alle heftigheid uit komt, is omdat er na jaren vluchten, vechten en overleven eindelijk ruimte voor komt.
What doesn’t kill you makes you stronger
Dat eerst is nooit gelukt en oh wat had diegene dat graag voor elkaar gekregen en waarschijnlijk speelt dat nog altijd als gedachten in dat gestoorde hoofd. Ik ben daarom altijd alert, vooral buiten. Ik ben een echte expert in de omgevingsscan. Dat betekent ook dat ik daardoor zonder dat ik er erg in heb continue stresshormonen aan maak en mijn amygdala zwaar overbelast is. Ik sta al jarenlang niet meer ‘uit’ … en niet gek dus dat daardoor dat lijf er ook geen zin meer in heeft. Het hangt allemaal samen. Dagen, vooral nachten, wekenlang, maandenlang, jarenlang ging het maar door, soms stopte het en had ik weer even hoop (echt … hoe naïef), maar de laatste maanden voordat ik langs de beruchte voordeur weg wist te komen, was de standaardkreet ‘ik gun jou he-le-maal niks’ en werden regelmatig de woorden uitgesproken dat het zo fijn zou zijn als ik helemaal door zou draaien, knettergek zou worden en ergens opgesloten zou komen te zitten. Dat is destijds niet gebeurd en één ding weet ik heel zeker, dat gaat nu dus zeker niet gebeuren! Ik heb niet voor niets jarenlang als een leeuwin voor mijn welpjes gevochten en lopen brullen, dat ga ik nu – wel iets anders – voor mezelf doen want ik ga hier zeker ‘stronger’ uitkomen … met opgeheven hoofd!!